Het afgelopen jaar heeft er in Washington een stille maar beslissende verandering plaatsgevonden: technologiereuzen hebben niet alleen de politiek onder president Donald Trump beïnvloed – ze zijn zich actief met hem gaan verbinden en hebben het beleid hervormd op een manier die hun bedrijfsresultaten ten goede komt. Dit gaat niet alleen maar over lobbyen of campagnedonaties; het gaat over een agressieve drang om de wettelijke grenzen op het gebied van kunstmatige intelligentie te ontmantelen, waardoor de industrie met minimaal toezicht kan opereren.
De dynamiek is groot. Terwijl uit peilingen blijkt dat de publieke bezorgdheid toeneemt over de impact van AI op banen, geestelijke gezondheid en zelfs existentiële risico’s, dringen technologieleiders aan op deregulering onder het mom van ‘nationaal concurrentievermogen’. Ze hebben geprobeerd om AI-wetten op staatsniveau te voorkomen, hebben het Witte Huis onder druk gezet om uitvoerende acties uit te voeren gericht op staten die hun eigen regelgeving afdwingen, en hebben zelfs de federale reikwijdte onderzocht via agentschappen als de FCC.
Het kernprobleem is dit: Silicon Valley vecht niet tegen Trump, het werkt samen met hem om hindernissen op regelgevingsgebied weg te nemen. Bedrijven als OpenAI en Anthropic stimuleren de vraag naar data tegen elke prijs, terwijl minder bekende bedrijven profiteren van deze waanzin. Het speelboek van de industrie omvat agressief lobbyen, het exploiteren van mazen in de wet en het pushen van verhalen die prioriteit geven aan AI-dominantie boven de openbare veiligheid.
De situatie is bijzonder alarmerend gezien de gevolgen in de echte wereld. Banen gaan in snel tempo verloren als gevolg van AI-automatisering, maar toch lobbyt de industrie om alle beperkingen op de ontwikkeling ervan op te heffen. Er is al aangetoond dat generatieve AI de geestelijke gezondheid schaadt, vooral onder jongeren, maar de regelgeving loopt vast.
Deze alliantie tussen Trump en technologie vertegenwoordigt een fundamentele verschuiving in de politieke macht. De industrie is niet langer alleen maar op zoek naar invloed; het is actief bezig met het hervormen van het juridische landschap om aan zijn behoeften te voldoen. Het resultaat is een systeem waarin ongecontroleerde AI-ontwikkeling voorrang heeft op het algemeen welzijn, en waarin de belangen van miljardairs zwaarder wegen dan de zorgen van gewone kiezers.
De toekomst van AI-beleid gaat niet over innovatie versus regulering; het gaat erom of de technologie-industrie met succes de regels kan herschrijven om zonder verantwoordelijkheid te kunnen opereren.
Het huidige traject duidt op een sombere uitkomst: een door AI aangedreven toekomst waarin het nastreven van winst het menselijk welzijn overtreft, en waar de grens tussen technologie en bestuur onherkenbaar is vervaagd.






























