AI-bedrijven schrappen “AGI”: de rebranding van superintelligentie

19

De obsessie van de technologie-industrie met het definiëren en najagen van ‘Artificiële Algemene Intelligentie’ (AGI) is stilletjes aan het instorten. CEO’s, die ooit graag AGI als het ultieme doel wilden verkondigen, vermijden nu actief de term en vervangen deze door een verwarrende reeks bedrijfseigen labels. Dit is geen verschuiving in ambitie, maar een erkenning dat de oorspronkelijke term zowel slecht gedefinieerd als politiek giftig is geworden.

Het probleem met AGI

Jarenlang vertegenwoordigde AGI AI die de menselijke intelligentie evenaart of zelfs overtreft. Hoe geavanceerder AI echter wordt, hoe minder betekenisvol deze definitie is. Zoals Jeff Dean van Google het verwoordde: “Veel mensen hebben er zeer verschillende definities van, en de moeilijkheidsgraad van het probleem varieert met factoren van een biljoen.” De dubbelzinnigheid zorgt voor praktische problemen: Microsoft en OpenAI moesten hun contract herschrijven en er een “onafhankelijk panel van deskundigen” in opnemen om eventuele claims van AGI te verifiëren. Het is simpelweg eenvoudiger om de term helemaal te vermijden.

Een overvloed aan nieuwe labels

In plaats van AGI pushen bedrijven hun eigen branding. Meta heeft zijn inspanningen omgedoopt tot ‘Personal Superintelligence’ (PSI), Microsoft heeft ‘Humanist Superintelligence’ (HSI) overgenomen, Amazon jaagt op ‘Useful General Intelligence’ (UGI) en Anthropic is gefocust op ‘Krachtige AI’. Deze rebranding is niet cosmetisch; het weerspiegelt een strategische terugtrekking uit de publieke angst en contractuele dubbelzinnigheid.

Waarom deze verschuiving?

Het AGI-label droeg bagage met zich mee: jaren van existentiële angst, doemscenario’s en de implicatie dat AI snel de menselijke controle zou kunnen overstijgen. Bedrijven realiseerden zich dat het ophemelen van ‘superintelligentie’ en tegelijkertijd de risico’s ervan onderkennen, het vertrouwen van investeerders niet wekte. Door te rebranden omzeilen ze deze angsten terwijl ze nog steeds dezelfde onderliggende doelen nastreven.

De toekomst van terminologie

De industrie heeft nu een duizelingwekkende reeks termen, waaronder ‘Artificial Superintelligence’ (ASI) en verschillende bedrijfseigen definities. De race om het potentieel van AI te definiëren is begonnen, maar deze keer ligt de nadruk meer op marketing dan op wetenschappelijke nauwkeurigheid. De rebranding van AGI is een duidelijk teken dat het streven naar superintelligentie zal worden voortgezet, alleen onder een minder controversiële naam.

De technologiesector is stilletjes verder gegaan en heeft de hype ingeruild voor pragmatisme. De rebranding van AGI betekent een verschuiving weg van existentiële waarschuwingen naar een toekomst waarin de capaciteiten van AI worden verkocht als hulpmiddelen, en niet als bedreigingen.