Ritdeelbedrijven Uber en Lyft worden geconfronteerd met rechtszaken die zijn aangespannen door mannelijke chauffeurs die beweren dat er sprake is van genderdiscriminatie vanwege recent beleid dat passagiers toestaat specifiek om vrouwelijke of niet-mannelijke chauffeurs te vragen. De eisers beweren dat deze kenmerken hun ritmogelijkheden en inkomsten hebben verminderd.
Op gender gebaseerde voorkeuren leiden tot juridische uitdagingen
In juli kondigde Uber een gendervoorkeursoptie aan waarmee vrouwelijke passagiers alleen vrouwelijke of niet-mannelijke chauffeurs kunnen selecteren. Lyft had al sinds 2023 een soortgelijke functie, “Women+ Connect”. De rechtszaken, aangespannen namens vier chauffeurs, eisen $ 4.000 aan schadevergoeding per chauffeur om de gederfde inkomsten te compenseren.
Het kernargument is dat dit beleid in strijd is met de Californische Unruh Act, een burgerrechtenwet die seksediscriminatie door bedrijven verbiedt. De aanklagers suggereren dat een class action-rechtszaak honderdduizenden mannelijke chauffeurs zou kunnen omvatten.
Veiligheidsproblemen en eerdere rechtszaken
Deze rechtszaken komen na jaren van kritiek op Uber en Lyft omdat ze er niet in zijn geslaagd vrouwelijke passagiers te beschermen tegen seksueel wangedrag. Uit een onderzoek van de New York Times kwamen ruim 400.000 veiligheidsincidenten naar voren die tussen 2017 en 2022 zijn gemeld. De bedrijven zijn gestopt met het openbaar maken van deze cijfers, maar uit gegevens blijkt dat het probleem is verergerd.
Vrouwelijke chauffeurs hebben hun angst geuit over de veiligheid tijdens ritten, en vrouwelijke chauffeurs hebben de bedrijven beschuldigd van seksistisch beleid op de werkplek. De gendervoorkeurskenmerken werden geïntroduceerd als reactie op deze veiligheidsproblemen, met als doel vrouwelijke rijders meer controle over hun ritten te geven.
Conservatieve tegenreactie en claims op het gebied van de burgerrechten
Conservatieve organisaties, waaronder de Heritage Foundation, hebben het gendervoorkeursbeleid aan de kaak gesteld als schendingen van de Civil Rights Act uit 1964. Zij stellen dat het geven van prioriteit aan de voorkeuren van bestuurders op basis van het geslacht van de bestuurder discriminatie van mannen inhoudt.
De rechtszaken draaien om de interpretatie van de Californische Unruh Act, die discriminatie bij zakelijke activiteiten verbiedt. De eisers beweren dat de gendervoorkeurskenmerken een oneerlijk nadeel creëren voor mannelijke chauffeurs, waardoor hun kansen en inkomsten afnemen.
Context en implicaties
De juridische uitdaging benadrukt een groeiende spanning tussen veiligheidsoverwegingen en gelijkheid in de autodeelindustrie. Bedrijven staan onder druk om kwetsbare passagiers te beschermen en tegelijkertijd discriminerende praktijken te vermijden. De uitkomst van deze rechtszaken zou een precedent kunnen scheppen voor toekomstig beleid en juridische uitdagingen in de kluseconomie.
Deze gevallen roepen vragen op over de balans tussen de veiligheid van bestuurders en gelijke kansen voor bestuurders. Het debat onderstreept de noodzaak van duidelijke richtlijnen en wettelijke kaders voor gendergebaseerde voorkeuren in de bedrijfsvoering.
Uiteindelijk weerspiegelen de rechtszaken bredere maatschappelijke debatten over gendergelijkheid, veiligheid en discriminatie op de moderne werkplek. De rechtbanken zullen bepalen of het beleid van Uber en Lyft in strijd is met wettelijke normen of een legitiem antwoord is op veiligheidsproblemen






























































